Sanne Cant pakt alle prijzen… behalve het WK
Het veldritseizoen is net achter de rug en voor de Belgische nummer één Sanne Cant was het een topjaar dat de perfectie benaderde. De 25-jarige renster uit Lille won haar zevende opeenvolgende Belgische titel, pakte een vierde keer eindwinst in de bpost bank trofee, was voor het tweede jaar op rij de beste in het EK en de Wereldbeker en werd gehuldigd als de allereerste winnares van de Superprestige Ladies Trophy. Enkel de opperste bekroning in de vorm van een wereldtitel ontbrak. Geen kers op de taart dus, maar de taart op zich was al van heel goede kwaliteit.
Zoals Jolien D’hoore de voorbije jaren is uitgegroeid tot een wereldtopper op de weg en de piste, is Sanne Cant dat gaandeweg geworden in het veld. In haar eerste jaren bij de elite was ze al meteen de vaandeldraagster in eigen land, na enkele seizoenen begon ze op internationaal vlak al eens voor een mooie uitschieter te zorgen, maar vooral de jongste twee winters heeft ze de stap naar de absolute wereldtop gezet. Resulterend in de bijna Grand Slam van afgelopen seizoen. Enkel die WK-zege, nog wel in eigen land, ontbreekt dus.
Ze had er nochtans alle vertrouwen in aan de vooravond van de titelstrijd in Zolder. “De voorbije maanden stond werkelijk alles in het teken van het WK, beter kan ik niet voorbereid zijn. Als ik geen pech krijg, is de kans relatief groot dat ik die trui pak”, klonk het niet eens grootsprakerig, maar wel terecht ambitieus voor iemand die op dat moment al vijftien belangrijke confrontaties had gewonnen en alle andere te verdelen titels en klassementen al helemaal of zo goed als op zak had.
Een regenboogtrui kreeg ze echter niet aangemeten, die laatste zaterdag van januari. Pech was er niet mee gemoeid, maar de omstandigheden zaten niet mee. Hevige regenbuien maakten het parcours in enkele uren tijd helemaal anders. Technische passages, de grote sterkte van Cant, werden omgetoverd in loopstroken, net haar minst sterke punt. Het resulteerde in ‘maar’ brons, achter Thalita de Jong en Caroline Mani. Het zorgde voor het tweede jaar op rij voor bittere tranen bij Cant, die een jaar eerder in Tabor al tweede was geworden na een verloren sprint tegen Pauline Ferrand-Prévot.
Slopend seizoen
Cant blijft het potentieel in zich hebben om ooit de allereerste Belgische wereldkampioene in het veld te worden, maar makkelijk zal het nooit worden. Het WK staat nu eenmaal aan het einde van een slopend seizoen geprogrammeerd en dan is het niet evident om op te boksen tegen concurrentes die veel frisser aan de start komen. Zo waren zowel Ferrand-Prévot in 2015 als nu Thalita de Jong, in de zomer allebei heel actief op de weg, voor het WK heel selectief in hun winterse activiteiten.
“Een zienswijze die ik mij niet kan veroorloven”, zegt Cant daarover. “Ik word door mijn ploeg betaald om tussen september en februari te presteren in het veld. Er een maandje tussenuit knijpen om frisser aan het WK te beginnen, is geen optie. Het is jammer dat we de regenboogtrui nu al enkele winters vaak niet zien in de cross, maar het is wat het is. Afgelopen winter was ik absoluut de meest regelmatige, wat resulteerde in eindwinst in alle klassementen. Ik blijf erin geloven dat ik ooit wel eens die wereldtitel zal kunnen pakken. Ik ben er nog altijd maar 25 en stond al driemaal op een WK-podium. Ik denk niet dat er veel zijn die dat kunnen zeggen.”
Filip De Greef – Foto's MVH