In het Italiaanse Fiuggi heeft Marianne Vos de voorlaatste manche van de Wereldbeker gewonnen. Vooral technisch toonde ze zich superieur. Katerina Nash werd tweede en neemt in de Wereldbeker de tweede plaats over van de in Italië afwezige Sanne Cant. Sophie de Boer, derde in Fiuggi, is nu zeker van eindwinst.
Eerst wat vrieskou en vervolgens invallende dooi, het waren de ideale ingrediënten om er in het Italiaanse park met heel wat schuine kanten een uiterst gladde bedoening van te maken. De schuivers en valpartijen waren dan ook nauwelijks bij te houden. Grootste slachtoffer was de Italiaanse Alice Maria Arzuffi, die na een zware val werd afgevoerd.
Eén renster leek nauwelijks of geen last te hebben van de omstandigheden. Marianne Vos, nog steeds niet helemaal vooraan op de startgrid, reed vlot naar voren, moest nog heel even het gezelschap van Eva Lechner dulden, maar na een slipper van de Italiaanse raakte de Nederlandse kampioene al snel helemaal alleen voorop. Haar overwinning zou vervolgens niet meer in gevaar komen.
“Op geen enkel moment panikeren is het belangrijkste bij dergelijke gladde omstandigheden”, zei Vos . “Op bepaalde stroken was het echt zoals rijden op het ijs. Dan moet je constant zoeken naar de juiste balans en goede lijnen kiezen waar je grip behoudt met banden en schoenen.”
Ver achter Vos was het gaandeweg Katerina Nash die zich de beste van de rest toonde. Sophie de Boer moest met het oog op de derde plaats afrekenen met haar jonge landgenote Annemarie Worst. Pas in de sprint kon ze die laatste podiumplaats veiligstellen. Van Belgische zijde was Laura Verdonschot de beste. Zij werd zesde en finishte daarmee net voor de goed gestarte maar vervolgens iets te veel schuivers makende Ellen Van Loy.
Top 10: 1. Marianne Vos (Ned/WM3 Pro Cycling Team) 41:26; 2. Katerina Nash (Tsj) 0:40; 3. Sophie de Boer (Ned) 0:59; 4. Annemarie Worst (Ned) 1:00; 5. Eva Lechner (Ita) 1:34; 6. Laura Verdonschot 1:45; 7. Ellen Van Loy 1:57; 8. Ellen Noble (USA) 2:05; 9. Chiara Teocchi (Ita) 2:17; 10. Nikola Noskova (Tsj) 2:30.
