Annemarie Worst is de opvolgster van Sanne Cant als Europees kampioene in het veld. In Rosmalen hield de Nederlandse met Marianne Vos en Denise Betsema twee landgenotes achter zich. Titelverdedigster Cant moest genoegen nemen met plaats vier.
Een onvervalste Nederland-België werd het, met Ellen Van Loy die als beste startster met Vos, Worst en Cant in haar spoor snel wat afstand nam van de rest. Loes Sels en Betsema konden het kloofje nog overbruggen en zo kregen we twee trio’s in de spits van het gebeuren. Toppers als Alice Maria Arzuffi en vrouw in vorm Kim Van de Steene zouden na een matige start nooit in aanmerking komen voor winst of dichte ereplaatsen.
Vooraan waren het na de door Van Loy voor haar rekening genomen openingsronde constant de Nederlandse dames die de eerste plaatsen in handen namen. Toen Worst zich een keer bijna verslikte op een brug en daarbij ook Vos en Betsema te voet zette, kon Cant profiteren om naar de tweede plaats te rijden. Betsema en Vos kwamen haar echter snel opnieuw naar plaats vier verdringen en dat luidde min of meer de beslissing in.
Niet veel later versnelde Worst immers, Vos en Betsema slaagden er niet meteen in om het kloofje van amper zes seconden te dichten en Cant zat gevangen achter het Nederlandse duo. De wereldkampioene gaf ook meermaals enkele meters prijs bij het opspringen na een hindernis of loopstuk en zo verloor ze in de slotronde ook de kans op een medaille. Worst hield stand en won, twee seconden later versloeg Vos Betsema in de sprint voor plaats twee. België moest naar huis met de plaatsen vier van Cant, vijf van Van Loy en zes van Sels.
“Ik heb zeker in de tweede wedstrijdhelft geprobeerd om telkens in het bos de leiding te nemen en de concurrentie daar onder druk te zetten”, verklaarde Worst. “In de voorlaatste ronde kon ik ook effectief een kloofje slaan en hoewel het verschil nooit groot werd, hield ik stand. Nauwelijks te geloven dat ik een jaar die Europese trui mag dragen.”
“Het was een heel snelle omloop met nauwelijks plaatsen die kans boden om op te schuiven”, zei Cant. “Toen ik op zeker moment toch naar de tweede plaats kon rijden, had ik het gevoel in de wedstrijd te zitten, ondanks het feit dat ik zeker geen superdag had. Annemarie hield vervolgens een klein beetje in op de rechte stukken, waardoor Vos en Betsema konden terugkeren. Ik liet me misschien iets te veel doen en zakte opnieuw terug naar positie vier. Daarna had ik niet meer de benen om weer op te schuiven.”
Alvarado topt Nederlands podium bij beloften
Eerder op de dag hadden de beloften hun EK al afgewerkt en zoals verwacht was het ook daar Nederland boven. Al in de eerste ronde nam Ceylin del Carmen Alvarado afstand van de concurrentie. Inge van der Heijden probeerde nog even terug te vechten, maar vervolgens moest ze haar landgenote toch steeds iets verder laten rijden. Fleur Nagengast zorgde voor een compleet Nederlands podium, met de zestienjarige Puck Pieterse op vijf en Yara Kastelijn op zes finishten overigens nog twee Nederlandse meisjes in de top zes. Marthe Truyen sloot als beste Belgische de top tien af.
Top 10 elite: 1. Annemarie Worst (Ned) 40:24; 2. Marianne Vos (Ned) 0:02; 3. Denise Betsema (Ned); 4. Sanne Cant 0:10; 5. Ellen Van Loy 0:31; 6. Loes Sels 0:37; 7. Alice Maria Arzuffi (Ita) 1:08; 8. Nikki Brammeier (GBr) 1:16; 9. Helen Wyman (GBr) 1:21; 10. Laura Verdonschot 1:26; 11. Kim Van de Steene 1:28.
Top 10 beloften: 1. Ceylin del Carmen Alvarado (Ned) 40:31; 2. Inge van der Heijden (Ned) 0:22; 3. Fleur Nagengast (Ned) 0:49; 4. Jana Czeczinkarova (Tsj) 1:02; 5. Puck Pieterse (Ned) 1:21; 6. Yara Kastelijn (Ned) 1:28; 7. Sara Casasola (Ita) 1:55; 8. Marion Norbert Riberolle (Fra) 2:08; 9. Aniek van Alphen (Ned) 2:09; 10. Marthe Truyen 2:12;… 20. Axelle Bellaert 3:27; 25. Jinse Peeters 4:05.
