Kaat Hannes: "Komende jaren nog wat groeien als renster"
Het zal zondagmiddag omstreeks kwart voor twaalf zijn geweest dat Kaat Hannes aan de Lacs de l’Eau d’Heure triomfantelijk de armen in de lucht gooide als winnares van het Belgische kampioenschap op de weg. Uiteraard is die titel de tot nu toe mooiste overwinning uit de carrière van de 24-jarige Herentalse, sinds dit seizoen uitkomend voor het team Lensworld-Zannata-Etixx van Heidi Van de Vijver.
Heb je afgelopen zondag de sprint van je leven gereden?
Kaat Hannes: “Wellicht wel. Ik timede in ieder geval perfect op die lastige, mij op het lijf geschreven aankomststrook. Vekemans ging de sprint aan met Kopecky en D’hoore in haar zog, maar toen Anisha haar inspanning staakte, hielden ook de twee topfavorieten even in. Ik kwam met veel meer snelheid van achteren uit en nam meteen twintig meter voorsprong. Zelfs voor klasbakken als Lotte en Jolien wordt het dan heel moeilijk om die kloof nog te overbruggen.”
In de slotronde moest wel nog een serieus scheve situatie worden rechtgezet, want het verschil met de kopgroep was vrij groot geworden. Annelies Dom en Kaat Van der Meulen deden veel werk in de achtervolging. Was het de afspraak dat jouw kaart zou worden getrokken?
“Niet expliciet. Vooraf was wel gezegd dat Annelies en ik de speerpunten binnen de ploeg waren, maar veel tijd voor overleg was er in de finale niet meer. Eerder in de wedstrijd had Annelies me wel al eens de wenk gegeven om me te sparen. Toen zij en Kaat in de finale dan begonnen te rijden, was het duidelijk dat ik alles op de slotkilometer moest zetten. Als ook ik alles had gegeven in de achtervolging, hadden we wellicht helemaal geen kans op winst meer gehad met de ploeg.”
Je reed maandag in de driekleur al meteen een criterium in het Nederlandse Luyksgestel. Is het anders koersen in die trui?
“Het was speciaal en plezant, maar het was ook een wedstrijd die ik in een roes heb gereden. Niet dat ik zwaar had gefeest, maar echt veel geslapen had ik toch ook niet. Ik had zeker niet de benen van zondag (Hannes werd veertiende, nvdr).”
Een criterium is ook niet meteen je specialiteit, want je hebt al meermaals getoond dat je vooral op lastiger parcours tot je recht komt. Drie jaar geleden in het BK in La Roche werd je als 21-jarige bijvoorbeeld ook al vijfde.
“Het klopt dat ik vooral op kortere hellingen sterk kan presteren, het Vlaamse werk zeg maar. Een parcours zoals de Amstel Gold Race moet ik ook nog aankunnen. Zwaarder klimwerk ligt me minder. Een wedstrijd zoals de Giro, die vrijdag van start gaat, is te hoog gegrepen voor mij. Ik zou er niet veel kansen hebben gekregen om de kampioenstrui te tonen.”
Welke wedstrijden staan er de komende weken dan wel op je programma?
“Ik zal in eerste instantie met een nationale selectie op pad zijn. Nog voor mijn Belgische titel had ik een uitnodiging van de bondscoach ontvangen voor de Tour de Feminin in Tsjechië van volgende week, waar ik normaal gezien ploeg zal vormen met Nathalie Verschelden, Jolien D’hoore en de crossers Ellen Van Loy, Sanne Cant en Laura Verdonschot. Enkele dagen later volgt dan in principe de Ronde van Bretagne, eveneens als lid van een nationale ploeg (ploegleidster Heidi Van de Vijver wil nog overleggen met de wielerbond, want in dezelfde week staat in eigen land de publicitair interessante BeNe Ladies Tour op het programma, nvdr). Nog een week later hoop ik dan mijn trui te kunnen showen op de Champs-Elysées tijdens La Course, net voor de mannen er hun Tour beëindigen. Voor de rest moeten we met de ploeg nog bekijken hoe de rest van mijn seizoen er zal uitzien.”
Was je eigenlijk tevreden over je seizoen voor het BK?
“Niet echt. Ik had meer verwacht van het voorjaar. Pas in mei voelde ik beterschap en van dan af heb ik echt wel vooral in functie van het BK getraind. De titel maakt mijn seizoen sowieso geslaagd.”
Zorgt het ook voor bijgestelde ambities naar de toekomst toe?
“Toch wel. Een hele reeks koersen winnen zal ik nooit doen. In 2012, 2013 en 2014 won ik telkens één wedstrijd, vorig jaar geen en nu is het BK ook mijn eerste overwinning van het seizoen. De titel geeft me echter wel het nodige vertrouwen dat ik de komende jaren nog wat kan groeien als renster en me wat meer moet kunnen tonen op een hoger niveau. Ik zit sinds dit seizoen bij een ploeg met heel wat buitenlandse rensters. Die waren tot nu toe doorgaans onze kopvrouwen in de grotere koersen, hopelijk kan ik vanaf nu zelf wat meer in die rol kruipen.”
Je hebt een statuut als topsporter bij Defensie? Hoe belangrijk is het voor jou om op die manier aan je carrière te kunnen werken?
“Dat is van heel groot belang. Het geeft mij de kans om zo goed als honderd procent van de tijd met mijn sport bezig te zijn. Ik ben bijna altijd thuis en heb dus alle ruimte om mijn trainingen te plannen. Op het moment dat dit zou wegvallen, zou het uiteraard allemaal een pak moeilijker worden en dan weet je dat het nagenoeg onmogelijk wordt om op het stijgende internationale niveau te blijven presteren.”
Filip De Greef - Foto's MVH/Paul Hinninck