Kim de Baat: "Tijd om eens een resultaat neer te zetten"
Kim de Baat is weer hoopvol. Na een gemist voorseizoen had de in Oudenaarde wonende 25-jarige renster van Lensworld-Zannata-Etixx het heel moeilijk om weer op niveau te komen, maar na haar deelname aan de Giro Rosa ziet ze stilaan het einde van de donkere tunnel. Eerst keren we echter even met haar terug naar wat er allemaal fout liep bij de start van het seizoen.
“Het begon allemaal met een blindedarmoperatie begin december, waardoor ik bij het begin van de voorbereiding op 2016 meteen vier à vijf weken aan de kant stond. Toen kreeg ik groen licht van de dokters, maar achteraf bekeken was dat iets te vroeg. Een gewoon mens kan op die termijn wel weer functioneren, maar voor een topsporter is het toch anders. Ik probeerde weer op te bouwen, maar dat was allemaal wat geforceerd. Ik kreeg allerlei kleine kwaaltjes waar ik op zich geen last van had, maar mijn immuunsysteem overreageerde hierop om uiteindelijk helemaal niet meer te werken. Net voor de Omloop Het Nieuwsblad raakte ik dan wat verkouden en meteen erna werd ik effectief ziek, waardoor ik opnieuw vijf weken van de fiets moest blijven. Begin dan maar eens. Je hervat dan na een tijdje wel weer de trainingen, maar daarmee alleen werk je de achterstand niet weg. Het niveau ligt immers een pak hoger dan enkele jaren geleden en de anderen blijven ook progressie maken tijdens het seizoen. Het is echt frustrerend om zo achter de feiten aan te moeten lopen. Vroeger kon je na enkele weken inactiviteit snel weer op niveau raken, dat is nu niet meer evident.”
Supercompensatie
Onder meer haar deelname aan de Giro Rosa begin juli was heel belangrijk voor De Baat om nog iets te kunnen maken van 2016. “Hoewel het profiel van de Giro niet bij me past, vind ik het geweldig om die wedstrijd te rijden en zeker nu na dat verloren voorjaar. Ik ben echt heel blij dat het team me de kans heeft gegeven om in Italië te rijden en ook andere zware koersen zoals Auensteiner. Ik heb niet echt iets te zoeken in dat soort wedstrijden, maar ik had ze wel nodig om sterker te worden. De Giro had ik in het verleden al tweemaal gereden en ik wist dus welk positief effect het heeft als je daar als niet-klimmer kan uitrijden. Het deed deugd om eindelijk nog eens door die muur te kunnen gaan. Hoewel de echte supercompensatie nog moet komen, voel ik nu al beterschap. Ik heb er goede hoop op dat het me de komende weken enkele goede resultaten kan opleveren.”
“In de BeNe Ladies Tour lukte het afgelopen weekend nog niet, maar dat had ook veel te maken met pech. Zo moest ik in de korte zaterdagrit tweemaal terugkomen na materiaalpech, maar de zege van Nina Kessler in die rit maakte veel goed. Er komen echter nog mooie wedstrijden aan, al moet ik nog even afwachten wat mijn exacte programma wordt. Zondag is er al La Course op de Champs-Elysées, maar ik denk dat daar eerder de kaart van Maria Giulia (Confalonieri, nvdr) zal worden getrokken. Erondegem begin augustus zegt me echter wel iets en Lotto Belgium Tour of Boels Rental Ladies Tour zal ik ook wel rijden. Daar hoop ik toch wel eens zelf te kunnen scoren. Ik heb de voorbije weken genoeg geïnvesteerd om weer op niveau te komen, nu wordt het tijd dat ik eens een resultaat neerzet. Ik heb dit seizoen nog geen enkele keer in kansrijke positie gezeten en moet mijn eerste echte sprint nog trekken.”
Even in de ‘hot seat’
De Giro leverde De Baat ondanks de vele zware inspanningen ook een bijzonder moment op. Tijdens de tijdrit mocht ze even in de zogenaamde ‘hot seat’ plaatsnemen. “Toen ik over de finish kwam, liepen er gelijk enkele Italianen naar me toe en ze begonnen aan me te trekken en te sleuren. Ik dacht dat ik naar de dopingcontrole zou moeten, maar ik had op dat moment blijkbaar de snelste tijd gereden. Ik moest er Chloe Hosking aflossen. Ook zij is een sprintster en we moesten er allebei om lachen dat we in een tijdrit met toch wel het nodige klimwerk, de twee zaken die niets voor ons zijn, even op die stoel mochten plaatsnemen. Het heeft maar enkele minuten geduurd, maar leuk was het wel.”
Te vroeg naar Boels Dolmans
In België leerden we De Baat kennen toen ze in 2012 een tijdje in het shirt van Wimi Games Sint-Martinus reed en vooral in het EK in Goes waar ze, toen nog als Nederlandse, derde werd achter Evelyn Arys en Barbara Guarischi. “Een heel goed jaar voor mij”, zegt ze. “Toen zat alles wat mee en won ik mooie koersen. In dat EK op zich zat er misschien iets meer in, maar in een sprint is het altijd wat gokken en speelt ook de factor geluk. Zit het mee, dan win je, anders word je tweede, derde of vierde. Achteraf bekeken ben ik al blij dat ik een medaille behaalde en niet vierde werd.”
Het jaar erop trok De Baat naar Boels Dolmans, toen nog niet het allesoverheersende team van nu, maar wel al meespelend op het hoogste niveau. De Baat erkent dat die overstap er voor haar eigenlijk iets te vroeg kwam. “Ik was er mentaal wellicht nog niet klaar voor. Ik en Paulina Rooijakkers kwamen als twee jonkies in een ploeg met een vrij vaste kern terecht. Ik had het gevoel er maar wat bij te hangen, had het er niet echt naar mijn zin en dan komen ook de prestaties niet. Het jaar nadien bij Parkhotel Valkenburg was het helemaal anders. Het was meer meiden onder mekaar, echt een heel goede sfeer en dat is heel belangrijk voor mij. Jammer genoeg werd ik ook toen niet gespaard van lichamelijk leed. De week voor de nationale kampioenschappen werd ik op training aangereden door een wagen en daarbij liep ik een breuk aan een rugwervel op. Als je op dat moment van het jaar enkele weken aan de kant staat, ben je al snel aan het einde van het seizoen.”
Ondertussen werkt De Baat haar tweede seizoen bij het Lensworld-Zannata-Etixx van Heidi Van de Vijver af. “Heidi contacteerde mij vrij snel na dat trainingsongeval in 2014, op een moment dat ik niet eens kon fietsen. Dat gaf me onmiddellijk een goed gevoel. Ik krijg hier het nodige vertrouwen. Terwijl ik mezelf na het mislukte voorjaar druk oplegde om zo snel mogelijk weer te presteren, waren het Heidi en de rest van de entourage die me rustig hielden. Er is nog niet echt gesproken over de toekomst, maar ik zou een verlengd verblijf bij dit team zeker zien zitten.”
Filip De Greef - Foto's Paul Hinninck