Nathalie Verschelden: "Opgeven ligt niet in mijn karakter"
Nathalie Verschelden maakte afgelopen winter de overstap van clubteam Keukens Redant, waar ze drie jaar reed, naar Lensworld-Kuota op UCI-niveau. De Belseelse erkent dat het een grote stap was en is, maar toont zich wel tevreden over hoe haar seizoen tot nu toe is verlopen.
“Het verschil met de voorgaande jaren bij Keukens Redant is toch wel heel groot”, zei ze voor de start van de slotetappe van de BeNe Ladies Tour. “Toen reed ik vooral veel kermiskoersen, waarvan ik er vorig seizoen ook een tweetal won. Dit seizoen bij Lensworld-Kuota heb ik amper nog kermiskoersen gereden, maar vooral veel grote wedstrijden afgewerkt. Het is niet onlogisch dat uitslagen in pakweg de top tien dan achterwege blijven, maar ik voel wel al dat ik de voorbije maanden veel sterker ben geworden. Ik heb naar mijn gevoel ook wel al enkele sterke dingen laten zien, zonder dat daar een echt topresultaat is uitgekomen, maar klagen mag ik zeker niet.”
Ik heb gemerkt dat je al vrij veel hebt gekoerst, zowel met Lensworld-Kuota als met de nationale selectie. Niet té veel in je eerste jaar op dit niveau?
Nathalie Verschelden: “Ik heb in ieder geval nog op geen enkel moment het gevoel gehad dat het te veel dreigde te worden, maar ik heb inderdaad al wat meer gekoerst dan aanvankelijk was voorzien. We werden bij momenten binnen de ploeg wat geplaagd door blessures en ziektes, waardoor andere rensters al eens meer moesten inspringen. Zo stond de Ronde van Vlaanderen aanvankelijk niet op mijn programma, maar heb ik die uiteindelijk toch gereden.”
Nog opvallend, je hebt die grote wedstrijden ook bijna allemaal uitgereden. Is het vooral met het oog op de komende jaren dat je die finales al eens wilde zien in koers?
“Ik denk dat dit in de eerste plaats met mijn karakter te maken heeft. Zelf opgeven zal ik niet snel doen. Ik wilde dit seizoen vooral veel bijleren en zo ver mogelijk geraken in grote wedstrijden hoort daar volgens mij gewoon bij. Ik wil uiteraard groeien de komende jaren en hopelijk op termijn ook uitgroeien tot een nationale topper. Dat is een doel en een droom, ik wil er veel voor doen om die te realiseren. Het is moeilijk om daar een termijn op te plakken, maar ik weet dat de beste jaren bij dames vaak rond hun 26 à 27ste is. Ik word er eind deze maand 23, dus ik heb nog wel even.”
Je koos indertijd om je eerste jaren als belofte/elite bij een clubteam te rijden, vooral omdat je ook hogere studies wilde beginnen. Als Belgisch kampioene bij de junioren zal je wellicht ook toen al aanbiedingen hebben gehad om bij grotere ploegen te rijden?
“Ik heb toen effectief wel even moeten nadenken over wat ik zou doen. Enerzijds wilde ik wel al op een wat hoger niveau starten, maar anderzijds wilde ik ook absoluut een diploma behalen. Als vrouw je boterham verdienen met de koers is niet velen gegeven. Daarom besliste ik uiteindelijk om vol voor dat diploma te gaan in combinatie met koersen bij een clubteam. Ondertussen weet ik ook dat dit de juiste keuze was, want ik heb de voorbije maanden gemerkt dat studeren en koersen op UCI-niveau een heel moeilijke combinatie zou zijn geweest.”
Heb je al zicht op volgend seizoen?
“Daar is nog niet echt over gesproken, maar ik heb het naar mijn zin bij deze ploeg en zou er zeker willen blijven.”
Filip De Greef/Foto Paul Hinninck