Lotte Kopecky is op het EK in Glasgow zesde geworden in de puntenkoers. Tot de slotsprint kwam ze in aanmerking voor een medaille, maar daarin kon ze niet meer scoren. De Italiaanse Maria Giulia Confalonieri won nipt voor Ina Savenka uit Wit-Rusland en Gulnaz Badykova uit Rusland.
Kopecky pakte in de eerste sprint meteen drie punten mee, daarna was het vooral wereldkampioene Kirsten Wild die veel punten sprokkelde. Toen even later Savenka, Lydia Gurley, Charlotte Becker, Jarmila Machacova, Verena Eberhardt en Ganna Solovei vrij gemakkelijk een winstronde en dus twintig bonuspunten konden nemen, even later gevolgd door Badykova, waren medailles ver weg voor zowel Kopecky als Wild.
Kopecky gaf zich echter niet gewonnen en koos een uitstekend moment om samen met Confalonieri ook op zoek te gaan naar een winstronde. Ze twijfelden even om te wachten tot na een volgende sprint om ook daarin de punten te pakken, maar uiteindelijk sloten ze toch vroeger aan bij de staart van het peloton. Het bracht Kopecky op een voorlopig vierde plaats. In de resterende sprints finishte ze echter niet meer in de punten, waardoor Wild en Gurley haar nog passeerden. Confalonieri had aan twee punten in de slotsprint net genoeg om nog voorbij Savenka te gaan en het goud te veroveren.
“Het gevoel was goed, maar er zat toch wat meer in”, erkende Kopecky. “Nadat ik met Confalonieri was rondgereden, maakte ik een foutje door even haar wiel los te laten. Zij wipte net op dat moment opnieuw mee met een aanvalspoging waardoor ze bij de volgende sprint de volle buit kon pakken. Als ik daar ook scoor, zat een medaille er misschien in. Nu was de kloof met de top drie zo groot dat ik de slotsprint al moest winnen om nog kans te maken. Dat zat er niet meer in. Positief is wel dat de conditie zeker goed genoeg is om de komende dagen nog mee te spelen voor eremetaal.”
De andere landgenoten die zaterdag in actie kwamen, werden snel uitgeschakeld. Nicky Degrendele bleef in de kwalificaties van de sprint met 11.321 vrij ver boven haar Belgische record (11.005) op de 200 meter. Het was goed voor de veertiende tijd en daardoor moest ze via de tussenronde van de 1/16 finales een plaats in de 1/8 finales proberen afdwingen. Tegen de Italiaanse Miriam Vece lukte dat nog wel, maar met de Russische Daria Shmeleva wachtte vervolgens een klepper. Degrendele reed een verdienstelijke sprint, maar moest toch buigen.
In de individuele achtervolging ten slotte kwamen Annelies Dom en Isabelle Beckers in actie. Dom reed de vier kilometer in 3:44.537 en werd achttiende, Beckers zette met 3:50.632 de 23ste tijd neer.
