Oef...

Oef...

Dat wielrennen een van de lastigste sporten is, daarvan moet ik wellicht weinig mensen overtuigen. Trainingsritten, soms tot 200 kilometer, ‘blokjes’ trainen, nuchter trainen, veel trainen, fysiek is het een zeer belastende sport. En als al die intensieve trainingsarbeid niet altijd tot resultaten leidt, dan komt er nog een dimensie bij: het mentale aspect.

In iedere carrière, in ieder seizoen zijn er periodes dat het goed gaat, maar ook periodes dat het wat moeilijker gaat. Vlak voor de Brabantse Pijl werd ik ziek en besliste ik om een tweetal wedstrijden uit mijn programma te schrappen en van de nood een deugd te maken: een langere rustperiode na een druk voorjaar.

Na die rustperiode kom je dan opnieuw in competitie met een driedaagse in Luxemburg, het Festival Elsy Jacobs, een wedstrijd met een ‘Ardennenprofiel’ en een stevige deelnemerslijst. Een renster heeft echter altijd ambitie, maar dat komt niet altijd overeen met de fysieke realiteit. Gevolg: toch een beetje een teleurstellend gevoel, wegens de besten niet kunnen volgen.


In de loop van de maand mei heb ik dan beslist om de ‘Bira’ te rijden in Spanje. Niveau World Tour en vooral ‘echte’ bergen, acht kilometer klimmen met een gemiddelde van tien procent, dergelijke zaken. Als je dan geen topklimmer bent, of zeg maar klimmer tout court, dan is dit ook niet echt een cadeau. Maar, het doel van de deelname lag later: met Gooik-Geraardsbergen-Gooik en Boezinge had ik twee wedstrijden met rood aangestipt in de agenda. Door ook een tegenvallende prestatie in de Marianne Vos Classic in Aalburg (valpartij) en dus een periode van zes, zeven weken zonder spraakmakend resultaat, kwam echter ook het mentale beestje naar boven.

De supporter vanop afstand heeft dan ook al onmiddellijk wat kritiek en commentaar klaar: ze kan het niet meer, het zal nooit wat worden,… In die omstandigheden is het van het grootste belang om niet te panikeren en vooral zelf vol te houden.

Groot was dan ook mijn opluchting toen ik zondag in Gooik-Geraardsbergen-Gooik (foto's) de eerste schifting na de Muur en de Bosberg overleefde en samen met een vijftiental rensters in de aanval was. Uiteindelijk finishte ik als tiende, in een sprint voor de achtste plaats. Een resultaat waar ik vrede mee kon nemen en vooral hoopvol in het vooruitzicht van ‘mijn’ West-Vlaamse UCI-wedstrijd Dwars door de Westhoek in Boezinge, waar ik vorig jaar vierde werd. Mag ik dromen van een podiumplaats?

Valerie Demey

Foto's Paul Hinninck
 

Veel vragen, weinig antwoorden

Veel vragen, weinig antwoorden

Monday Blues

Monday Blues