Jolien D'hoore: "In Rio moest ik gewoon die medaille pakken"

Jolien D'hoore: "In Rio moest ik gewoon die medaille pakken"

Waar bij de mannen Greg Van Avermaet op de Olympische Spelen in Rio voor het meest beklijvende Belgische wielermoment van het jaar zorgde, deed Jolien D’hoore dat er bij de vrouwen. Haar olympische bronzen medaille in het omnium leverde haar een derde titel van Flandrienne van het Jaar en de allereerste Kristallen Fiets bij de vrouwen op. We kregen de kans om Jolien lang en exclusief te interviewen en uiteraard begonnen we bij het mooiste moment uit haar carrière tot nu toe.

Jolien, je hele voorjaar 2016 stond in het teken van Rio. Hoe groot was het vertrouwen in een goede afloop toen je op 15 augustus aan de start stond van het eerste onderdeel in het omnium?

Jolien D’hoore: “Eigenlijk heel groot. Kort voordien had ik met bondscoach Peter Pieters, Koen Beeckman en Jasper De Buyst een laatste stage in Portugal afgewerkt en die was eigenlijk perfect verlopen, met de juiste trainingsintensiteit en voldoende rust. Op het einde had iedereen zoiets van: ‘op naar Rio, we zijn er klaar voor’. Dat is nog het meest opmerkelijke als ik het achteraf bekijk. Ik was heel rustig, totaal niet zenuwachtig of gestresseerd. Na de eerste trainingen in Rio zelf wist ik het al. De tijden die ik neerzette, de manier waarop ik rondreed… Alles zag er echt heel goed uit, zowel fysiek als mentaal. Ik moest gewoon die medaille pakken.”

Nochtans was je voorjaar niet super en ook op het WK omnium was het met een zesde plaats net iets minder dan de voorgaande jaren.

“Dat was vooral het gevolg van de ribbreuken die ik opliep tijdens de Wereldbeker in Hong Kong in januari. Ik zat toen net in een opbouwfase qua krachttraining in de fitness en mijn schema raakte in de war. Daardoor waren mijn prestaties minder, maar alles stond in het teken van Rio. Ik wist waarmee ik bezig was. Vanuit de buitenwereld hoorde ik wel stemmen dat het er niet zo goed uitzag, maar ikzelf en de bond hadden er het volste vertrouwen in dat het goed zou komen.”

Na afloop was je heel emotioneel. Zo hadden we jou nooit eerder gezien.

“Klopt, maar het was dan ook een periode van vier jaar die weer in mijn gedachten kwam. Eigenlijk stond niet enkel het afgelopen voorjaar in het teken van Rio. Ik was er al mee bezig sinds het einde van de vorige Spelen in Londen. Vier jaar heb ik gewerkt richting Rio en zeker het laatste jaar was ik er echt heel intensief mee bezig, zelfs al liet ik dat niet altijd blijken naar de buitenwereld toe. Het klinkt cliché, maar ik heb er vier jaar lang heel veel voor gedaan en gelaten. Ik heb in die periode tegenslagen gekend, op training ging het niet altijd even goed en ik had ook al een beetje de stempel gekregen dat ik het niet kon waarmaken op grote kampioenschappen. Zelf wist ik dat ik het wel kon en in Rio heb ik dat ook getoond. Ik denk dat het normaal was dat alles na de afsluitende puntenkoers nog eens naar boven kwam.”

Ondertussen is het omnium opnieuw gewijzigd qua formule, meer in  het voordeel van duurrenners zoals jij. Heb je overwogen om ondanks eerdere uitspraken toch zelf door te gaan in deze discipline?

“Nee, dat is nooit in mij opgekomen. Voor Rio had ik al gezegd dat het mijn laatste omnium zou worden. Met die bronzen medaille heb ik ook het gevoel dat ik in die discipline het maximaal haalbare heb bereikt. Met Lotte Kopecky hebben we een nieuwe grote troef in het omnium, voor mij is het een afgesloten hoofdstuk. Ik ga nu op zoek naar nieuwe uitdagingen, zowel op de piste als op de weg.”

Wat de piste betreft wordt dat dan de ploegkoers. Met Kopecky won je eind oktober al het allereerste EK. Hoe beoordeel je dat eerste kampioenschap in die voor jullie nieuwe discipline?

“Vooraf vreesde iedereen het een beetje en werd openlijk de vraag gesteld of dat niet te gevaarlijk zou zijn, maar ik kan je zeggen dat ik nooit eerder zo’n veilige wedstrijd had gereden. Er gebeurden geen ongelukken en het was ook superleuk om te doen. Onze Europese titel opent perspectieven. Hoewel we nauwelijks hadden geoefend, klikte het meteen tussen mij en Lotte.”

In 2017 volgt in Hong Kong ook een eerste WK in het nummer. Is dat combineerbaar met je wegprogramma?

“Het WK piste valt eigenlijk ideaal. Het is twee weken na de Ronde van Vlaanderen, zodat de conditie goed zou moeten zijn. Op de weg zitten we dan in de periode van onder meer de Waalse Pijl. Ik zal dus sowieso niet op de weg koersen die week, dus kan ik net zo goed even naar Hong Kong vliegen.”

Stel dat de ploegkoers in 2020 in Tokyo ook op het olympische programma komt, is dan combineren met de olympische wegrit mogelijk?

“Op dit moment weten we nog niet hoe het parcours van de wegrit er zal uitzien en of dit mij zal liggen, maar als de ploegkoers olympisch wordt, zal het sowieso een hoofddoel worden waar ik vol zal voor gaan.”

Ook de achtervolgingsploeg lijkt weer een toekomst te hebben. Enige kans dat je daar nog terugkeert in Team Belgium?

“Ik wil niets uitsluiten, maar op dit moment zeg ik nee. Ik heb er vele jaren mijn best voor gedaan en in geïnvesteerd, maar uiteindelijk zijn we toen net niet naar de Spelen kunnen gaan. Ik ben wel blij dat er nu een nieuw project is met een nieuwe groep. Stel dat deze meisjes erin slagen om zich te kwalificeren voor Tokyo en ze hebben mij om een of andere reden ter plaatse echt nodig, dan zal ik het misschien wel doen. Momenteel is dat echter niet aan de orde.”

Filip De Greef - Foto's MVH

Morgen deel 2, waarin we het met Jolien vooral over het komende wegseizoen zullen hebben.

Jolien D'hoore: "In 2017 tonen dat ik meer ben dan een sprintster"

Jolien D'hoore: "In 2017 tonen dat ik meer ben dan een sprintster"

Sophie de Boer toont zich de beste in Overijse