Laat de Spelen beginnen (4): Jolien D'hoore
Als we kijken naar een mogelijke olympische medaille in het wielrennen, ligt de grootste kans wellicht op de piste. Vier jaar geleden in Londen werd de toen 22-jarige Jolien D’hoore in het omnium onverwacht vijfde. Dan moet nu in Rio beter doen de ambitie zijn en dan kom je dus al snel bij top drie en een medaille terecht. Op 15 en 16 augustus moet het gebeuren.
“Ik weet dat mensen op basis van het verleden en het feit dat ik nu vier jaar ouder en dus ook sterker ben zullen verwachten dat ik in Rio een medaille verover, maar zo simpel is het uiteraard niet”, stelt D’hoore. “Het niveau in het dameswielrennen is de voorbije jaren serieus gestegen en het werk op de piste vormt daar geen uitzondering op. In Londen staken er eigenlijk vier bovenuit en presteerde ik het best van de rest in die twee dagen. Als je nu het deelnemersveld bekijkt, moet je vaststellen dat we met acht medaillekandidaten zijn. Alles zal heel dicht bij mekaar liggen. Een podiumplaats kan, achtste worden ook. Ik ga uit van mijn eigen sterkte. In de disciplines tegen de tijd moet ik proberen om records, Belgische of op zijn minst persoonlijke, te rijden om veel punten te kunnen pakken. In de andere nummers moet je soms ook wat geluk hebben om voorin te eindigen. Lukt dat allemaal, dan is een medaille mogelijk.”
Zou je er vrede mee kunnen nemen als het opnieuw een verhaal van net niet zou worden, zoals bijvoorbeeld bij je vierde plaatsen in de WK’s van 2014 en 2015?
Jolien D’hoore: “Ik heb er alles aan gedaan om straks in Rio in topvorm te zijn en kan me op dat vlak dus niets verwijten. Een vierde of vijfde plaats op de Spelen is op zich ook niet slecht, maar ik ga dus echt wel voor het podium. Lukt het niet, dan zal ik zeker ontgoocheld zijn. Als de reden echter ligt bij het feit dat er drie of vier echt sterker waren, dan zal ik er wel mee kunnen leven.”
Toen de formule van het omnium werd aangepast en de puntenkoers belangrijker werd in de eindafrekening werd dat in België enthousiast onthaald. In de praktijk blijkt het echter niet evident om in dat slotnummer nog veel recht te zetten.
“De puntenkoers wordt nu inderdaad vaak heel tactisch aangepakt. Als je als vierde of vijfde in de stand aan het slotnummer moet beginnen, rijdt de top drie constant op je wiel en is het nagenoeg onmogelijk om rond te rijden en zo twintig bonuspunten te pakken, waardoor het afhangt van de sprints. De zevende of achtste in de stand krijgt wat dat betreft iets meer vrijheid, tot ze zelf een gevaar vormen. Hoe dan ook is het dus heel belangrijk om binnen de top drie aan de puntenkoers te kunnen beginnen. Anders wordt het moeilijk, maar niet onmogelijk. Op het WK in 2015 stond ik zelf derde, maar in de sprints kwam ik telkens tekort tegen Kirsten Wild, die uiteindelijk brons pakte. Ik reed toen wel met een iets kleinere versnelling. Dat is beter als je wilt rondrijden, voor de sprints ben je beter met een iets groter verzet. Kleine details, maar wel potentieel beslissend.”
De voorbereidingen op Rio lagen ver uiteen. Wild reed nauwelijks op de weg en trainde vooral op de piste, Laura Trott reed recent nog het omnium in de Grote Prijs van Polen in Pruszkow, jij koos voor lang en veel koersen op de weg. Waarom die keuze?
“Die bewuste keuze is mee ingegeven door het mentale aspect. Een heel lange periode enkel op de piste trainen, daar zou ik het moeilijk mee hebben. Ik heb liever de afwisseling. Koersen op de weg is ook plezant en goed om je limieten op te zoeken. Het programma zoals ik het heb afgewerkt, was al in de winter vastgelegd. Week per week waren de trainingen en de wedstrijden bepaald en ik heb daar niet van moeten afwijken. Ik heb het vooropgestelde schema voor de volle honderd procent nageleefd.”
Tussen je laatste wedstrijd, de BeNe Ladies Tour, en het omnium in Rio zit ongeveer één maand. Dat is een lange periode zonder competitie.
“Dat is goed, want ik heb de voorbije weken en maanden echt veel getraind en gekoerst. Ik voel me momenteel vermoeid (interview dateert van 22 juli, nvdr), maar dat moet ook. Nu komt de periode om nog wat te rusten, het trainingsvolume wat af te bouwen zonder in te boeten aan kwaliteit en fris te worden in het hoofd.”
Wordt Rio je afscheid aan de piste op het hoogste niveau?
“In de eerste plaats wil ik bevestigen dat ik altijd op de piste zal blijven rijden, vooral omdat ik dat voor mezelf nodig heb. Belgische kampioenschappen en wedstrijden in het kader van de Revolution Series in Groot-Brittannië zal ik zeker nog rijden en als de bond me nodig heeft om bijvoorbeeld een EK te af te werken, zal ik zeker paraat staan. Of ik in de toekomst ook nog wereldkampioenschappen zal rijden, weet ik niet. Die staan op de kalender doorgaans niet al te gunstig gepland als je in het voorjaar op de weg wil presteren.”
Filip De Greef - Foto MVH
Dinsdag deel 5: Elke Vanhoof
