Annelies Van Doorslaer: "Ik koers enkel nog voor het plezier"
Exact een jaar geleden zat ze nog met Lensworld.eu-Zannata in China om er de Tour of Chongming Island af te werken, nu rijdt Annelies Van Doorslaer bij het clubteam De Sprinters Malderen. Die stap terug was voor de renster uit Meise een weloverwogen keuze.
“Ik ben ondertussen 27 jaar en hoewel er stilaan beterschap is, moet je het als vrouw nog altijd in de eerste plaats uit passie en voor het plezier doen, niet voor de centen”, zegt Van Doorslaer, die onlangs aan de slag ging in fietsenzaak Van Eyck in Aalst. “Zolang je thuis woont, is dat allemaal te doen. Maar als je vooruit wilt in het leven, dringt zich op zeker moment de keuze op om een vaste job te zoeken. Het was voor een stuk met spijt in het hart, maar je moet vooruitdenken. Ik mocht zeker nog blijven bij het team van Heidi Van de Vijver, maar gezien mijn keuze om een job te zoeken vonden we het uiteindelijk allebei beter om te stoppen op dat niveau.”
“De combinatie werken en koersen voor een UCI-ploeg is volgens mij sowieso onmogelijk, want dan moet je koersen laten vallen en je hebt al die topwedstrijden echt wel nodig om het niveau aan te kunnen. Ik heb in het voorjaar met veel plezier naar de grote koersen zitten kijken, maar echt missen deed ik het niet. Om in die wedstrijden enigszins te kunnen presteren, moet je veel laten en dat werd me allemaal wat te veel.”
Ontspannen sfeer
Van Doorslaer speelde even met de gedachte om meteen helemaal te stoppen, maar uiteindelijk trok ze toch naar De Sprinters Malderen. “Voorzitter Luc Steenackers trok afgelopen winter serieus aan mijn mouw om terug te keren naar de club waar het voor mij in de jeugdreeksen allemaal begon”, verklaart Van Doorslaer. “Wat dat betreft is het wel mooi dat ik precies bij deze club nog een seizoen of misschien zelfs enkele jaren kan koersen. Maar echt puur voor het plezier, in een meer ontspannen sfeer en zonder de druk die er bij een UCI-ploeg altijd is. Zelfs de grotere koersen die de clubteams wel mogen rijden, zoals Omloop Het Nieuwsblad, Dwars door Vlaanderen en de wedstrijden van de Lotto Cycling Cup, hoeven voor mij niet meer. Het zou kunnen dat ik in september wel de Lotto Belgium Tour afwerk, op voorwaarde dat ik voldoende tijd vind om me goed voor te bereiden.”
Dit seizoen reed Van Doorslaer nog maar twee koersen. In Sinaai werd ze op 1 mei meteen knap zevende, enkele dagen later in Wanzele 24ste. “Ook in die kleinere koersen is het niveau serieus aan het stijgen”, aldus Van Doorslaer. “Dat heeft grotendeels te maken met de vele dames uit het buitenland die er aan de start verschijnen. Vroeger zag je die hier meestal enkel in de zomermaanden juli en augustus, nu vormen ze bijna elke koers de helft van het deelnemersveld. Uiteraard veel Nederlandse vrouwen, maar ook Scandinavië is doorgaans goed vertegenwoordigd en de voorbije weken was hier zelfs een sterke Argentijnse ploeg aan de slag. Ook de Vlaamse clubteams zoals De Sprinters Malderen of Autoglas Wetteren trekken nu trouwens rensters uit het buitenland aan.”
Driemaal naar WK
Van Doorslaer blikt tevreden terug op de voorbije jaren. “Ik heb in al die jaren bij UCI-ploegen het geluk gehad op veel plaatsen te kunnen koersen, van zowat heel Europa over Qatar tot vorig jaar nog China. Dat vormen stuk voor stuk mooie herinneringen. Van 2012 tot 2014 was ik er ook bij op de wereldkampioenschappen in Valkenburg, Florence en Ponferrada. Zelfs al was het die laatste keer in Spanje maar een kortstondig optreden, want na nauwelijks dertig kilometer wedstrijd werd ik net als Ann-Sophie Duyck en Jessie Daams uitgeschakeld bij een massale valpartij, het blijft iets om trots op te zijn. Die selecties zijn immers een bewijs dat ik in die jaren tot de beteren in België behoorde.”
Filip De Greef - Foto Paul Hinninck