Sofie De Vuyst: "Ik wil opnieuw mijn niveau van voor ongeval bereiken"
Afgelopen donderdag mocht Sofie De Vuyst net als haar ploeggenotes van het voormalige Lares-Waowdeals bij nieuwe tweede naamsponsor Van Eyck Sport – de eerste naamsponsor wordt binnenkort bekendgemaakt – haar nieuwe teamfietsen voor het seizoen 2018 ophalen. Bijna dag op dag zes maanden eerder was de 30-jarige Herzeelse zwaargewond geraakt bij een trainingsongeval met haar tijdritfiets. Het was meteen duidelijk dat ze in 2017 niet meer in actie zou komen, nu kijkt ze hoopvol uit naar de nieuwe wegcampagne.
“Momenteel voel ik me vrij goed”, zegt De Vuyst. “De jongste weken heb ik enkele duidelijke stappen in de goede richting gezet. Ik heb al buiten kunnen fietsen en ben met mijn vriend Bart (De Clercq, nvdr) mee naar Mallorca geweest. Ik had eerlijk gezegd niet gedacht dat ik op één maand tijd al zo’n progressie zou maken. Het ziet er goed uit voor het vervolg van de opbouw.”
Kan je kort even het verloop van je lange revalidatie schetsen?
Sofie De Vuyst: “Om te beginnen heb ik drie maanden bijna volledig plat gelegen, periode waarin ik heel veel pijn had. Zoiets had ik nooit eerder gevoeld. Weken aan een stuk heb ik toen niet geslapen. Dat was echt een heel zware periode en ik kan niet genoeg benadrukken hoe dankbaar ik Bart en mijn ouders ben voor hun steun. De optimist in mij hoopte om na een maand al positieve scans te zien, maar dat was niet het geval. Langer rusten en in bed blijven was een noodzaak. Stappen mocht niet gezien de breuken die ik had.”
“In september kwamen dan de eerste positieve signalen dat mijn rug stabieler werd en op het einde van die maand volgde het nieuws dat ik aan echte revalidatie mocht beginnen denken. Midden oktober mocht ik het dragen van het korset afbouwen en ook overschakelen naar een zachte halskraag. Tot dan was mijn hoofd gestabiliseerd met een vaste kraag omdat ik breuken had achteraan mijn hoofd en aan de nekwervels.”
“Eind oktober, begin november ben ik stilaan begonnen met fietsen op de rollen, nog steeds in combinatie met veel revalidatiewerk bij de kine. En ondertussen fiets ik dus al buiten, eerst met de mountainbike en nu ook met de koersfiets, zij het dan met een aangepaste positie. En ik moet zeggen dat het goed gaat, wellicht te danken aan mijn goede basisconditie. In het verleden heb ik altijd heel veel getraind en die brede basis komt me nu goed van pas.”
In het begin van het seizoen was je ook al een tijd buiten strijd geweest met een polsblessure, maar je was sterk teruggekomen en voor velen leek je op weg naar een van je beste seizoenen ooit. Voelde je dat zelf ook zo aan op dat moment?
“Zeker. Ik was net vijftiende geworden in de hoog aangeschreven Britse Women’s Tour en voelde me klaar om een sterk BK te rijden en in de Giro Rosa een plaats in de top twintig na te streven. Ik zat vol doelen voor de rest van het seizoen en had de topconditie te pakken. Alles stond op punt om een sterke campagne neer te zetten, maar het ongeval heeft die droom serieus aan diggelen geslagen.”
In een interview zei bondscoach Ludwig Willems me dat hij vermoedde dat vooral het feit dat je bij deze ploeg veel vrijheid kreeg om je eigen kans te gaan een belangrijke factor was voor die sterke periode. Ben je het daarmee eens?
“Ik denk dat ik de maanden voordien in de eerste plaats een heel goede balans had gevonden. In het begin van mijn carrière combineerde ik koersen met mijn studies, later met mijn werk. Nu had ik het werk op een lager pitje gezet en me een hele winter lang kunnen toeleggen op de koers. Zo kon ik, mede met de hulp van Bart die mij begeleidde in mijn trainingen, een goede basis leggen en meer tijd nemen om te rusten. Kortom, er was een goed evenwicht, ik volgde meer mijn lichaam en dat heeft mij sterker gemaakt. En het klopt dat ik daarnaast heel veel vertrouwen kreeg van ploegleider Marc Bracke. Nu nog trouwens. Zo weet ik nu al dat ik zal starten in de Omloop Het Nieuwsblad als ik mij daar zelf klaar voor voel. Dat geeft een goed gevoel.”
Heb je je de voorbije maanden afgevraagd of het wel de moeite was om er nog eens voor te gaan en wat heeft je dan over de streep getrokken?
“Absoluut, zeker de periode dat ik op de dienst intensieve zorgen lag. De eerste week was de moeilijkste. Ik was mijn tanden kwijt, mijn gezicht was geraakt, dat vond ik heel erg. Ik zat ook dicht bij een verlamming en dan stel je je, zeker gezien de verloning in het dameswielrennen, toch de vraag of het nog wel de moeite loont om verder te doen. Mijn liefde voor de sport is echter heel groot en per slot van rekening kan hetzelfde je ook als hobbyfietser overkomen. Uiteindelijk kwam ik dan ook tot de conclusie dat ik niet op die manier afscheid wilde nemen en dat ik er me nog eens een volledig jaar wilde op toeleggen. We zullen zien op welk niveau dat me brengt, maar het is wel de bedoeling dat ik hetzelfde niveau bereik als voor het ongeval. De ambitie is nog honderd procent aanwezig en naar mijn aanvoelen moet het ook nog mogelijk zijn om mijn doel te bereiken. Ik ben altijd een heel gedreven persoon geweest en mijn motivatie is zoals voorheen.”
Filip De Greef – Foto’s Paul Hinninck