Steffy Van den Haute: "Bij tweede sleutelbeenbreuk toch even moedeloos"
Als iemand van een pechjaar mag spreken, is het wel Steffy Van den Haute. De 22-jarige renster uit Nieuwerkerken begon dit jaar aan haar tweede seizoen bij Topsport Vlaanderen-Etixx-Guill d’Or. Enkele dagen na haar eerste wedstrijd, de Omloop van het Hageland, brak ze op 2 maart bij een val op training haar rechter sleutelbeen. Na de revalidatie maakte ze op 17 april in Haaltert haar wederoptreden. Op 5 mei werkte ze in Wanzele haar vierde koers sinds haar terugkeer af, maar opnieuw liep het mis. Weer een val en nu een breuk van het linker sleutelbeen. Een nieuwe terugkeer in het peloton is nog niet voor meteen.
Weet je nog hoe je twee valpartijen precies zijn gebeurd?
Steffy Van den Haute: “Jawel, de eerste was honderd procent mijn fout. Op training wilde ik op het fietspad wippen, maar ik bleef met het wiel haken aan de boordsteen. In de koers in Wanzele kon ik er helemaal niets aan doen. Een andere renster wilde mij aan de kant van de weg passeren, maar kwam iets te snel weer naar binnen en nam me gewoon mee. Ik kon geen kant op. In beide gevallen wist ik meteen dat ik een sleutelbeenbreuk had opgelopen. Voordien was ik nooit lang buiten strijd geweest. Meer dan schaafwonden had ik nog nooit opgelopen, maar nu was het twee keer kort na mekaar goed prijs. Heel erg jammer, want ik had echt het gevoel dat ik afgelopen winter een serieuze stap voorwaarts had kunnen zetten. Ik had veel getraind, vooral tijdens de drie weken stage met de ploeg in Spanje, en voelde me klaar om een goed voorjaar te rijden.”
Ik kan aannemen dat er vooral de tweede keer een zekere moedeloosheid optrad?
“Inderdaad. De eerste keer besefte ik uiteraard wel dat ik een pak mooie koersen zou missen, maar ik kon toch snel de knop omdraaien en me focussen op mijn revalidatie en een snelle terugkeer in het peloton. Begin mei had ik het een pak lastiger, om te beginnen omdat ik zelf geen enkele schuld had aan mijn val. Ik wist bovendien dat ik opnieuw voor een operatie en een zware revalidatie stond en dat ontnam me even de moed om snel te herbeginnen. Normaal kan je na een week al op de rollen rijden, maar nu had ik er de eerste twee weken totaal geen zin in.”
Waar sta je dan nu in je revalidatie?
“Eigenlijk sta ik deze keer verder. Zodra ik weer moed had en licht begon te trainen, zat ik snel op het normale schema. Alles verloopt momenteel goed. Ik zit nu een drietal weken weer op de fiets en ondertussen zijn dat al opnieuw volwaardige trainingen. Toch plan ik pas midden juli mijn wederoptreden. Juni staat meer in het teken van mijn studies. Dat ik daar wat meer tijd in kon steken, was zowat het enige positieve aan deze situatie. Als alles goed gaat, leg ik deze maand mijn laatste examens af op weg naar mijn master in de geografie en wacht mij volgend academiejaar enkel nog mijn thesis.”
De derde Grote Prijs Van Eyck Sport in Erembodegem-Terjoden van komende zaterdag, eigenlijk je thuiswedstrijd, zal je dus aan de kant moeten bekijken.
“Dat zal uiteraard niet makkelijk zijn. Het is toch altijd een wedstrijd waarvoor ik heel erg gemotiveerd ben. Het is in de buurt, er wordt gereden op een mooie omloop en er is een heel aantrekkelijke prijzenpot met extra premiespurten. Twee jaar geleden reed ik er een tijdje in de aanval met de latere winnares Sofie De Vuyst, vorig jaar werd ik zevende en bleef de zege binnen de ploeg dankzij Evelyn Arys.”
Stel je dan nog bepaalde doelen voor de rest van het seizoen?
“Niet uitgesproken. Ik wil in eerste instantie herbeginnen in enkele kermiskoersen en zien hoe het gaat. Wellicht zal ik de eerste wedstrijden wel wat angst moeten overwinnen, maar als het twee wedstrijden goed gaat, vloeit dat normaal gezien snel weer weg. Hopelijk kan ik me dan begin september tonen in de Lotto Belgium Tour.”
Heb je naar volgend jaar toe al een idee of je bij de ploeg kan blijven?
“Daar hebben we nog niet over gesproken. Ik zou in ieder geval zeker nog bij een UCI-team willen blijven rijden, om te zien welke ambities ik ook op langere termijn mag hebben wat mijn wielercarrière betreft. Dit jaar heb ik de kans niet gekregen om op dat vlak veel wijzer te worden.”
Filip De Greef - Foto Paul Hinninck