Fien Delbaere: "Dubbel gemotiveerd om bij Autoglas Wetteren te tonen wat ik kan"
Fien Delbaere liet de voorbije weken via de social media al enkele keren weten dat ze heel erg uitkijkt naar het nieuwe wegseizoen. De 21-jarige studente uit De Pinte moest in het tussenseizoen nochtans een dubbele bittere pil slikken. Eerst kreeg ze te horen dat voor haar na drie jaar Sport Vlaanderen geen plaats meer zou zijn bij opvolger Experza-Footlogix. Ze werd vervolgens opgevist door Heidi Van de Vijver, maar toen die eind oktober hoofdsponsor Lensworld zag afhaken, kwam ook dat verhaal tot een einde.
“Eind juli vernamen we van Christel Herremans dat het team als Sport Vlaanderen zou ophouden”, verduidelijkt Delbaere. “Op dat moment wist ik nog niet of er voor mij plaats zou zijn in haar nieuwe ploeg, maar ik voelde wel aan dat de kans vrij klein was. Christel mocht voor het eerst met buitenlandse rensters beginnen werken en dan weet je dat het moeilijk wordt. Ik begrijp dat echter volkomen en een slecht woord zal je van mij ook niet horen over haar of de ploeg. Ik heb er gedurende drie jaar veel kansen gekregen en heb ervaring kunnen opdoen in de grotere wedstrijden. Ik kijk tevreden terug op die periode.”
Dankzij Heidi Van de Vijver leek een verlengd verblijf op UCI-niveau vervolgens een feit.
Fien Delbaere: “Na wat rondkijken was ik inderdaad vrij snel rond met Heidi. Helaas volgde ergens eind oktober, begin november het nieuws dat Lensworld het voor bekeken hield als sponsor. Heidi heeft er nog alles aan gedaan om snel een nieuwe hoofdsponsor te vinden, maar dat bleek onmogelijk. Dat was toch wel een donderslag bij heldere hemel. Ik had een goede klik met Heidi en zag een samenwerking helemaal zitten. Toen heb ik dan ook wel wat tijd nodig gehad om alles te laten bezinken en weer vooruit te kunnen kijken.”
Uiteindelijk kwam je dan bij clubteam Autoglas Wetteren terecht.
“Inderdaad. Er was interesse van meerdere clubteams, maar bij hen had ik het beste gevoel wat omkadering en aangeboden programma betreft. Ze geloven echt in mij en kunnen best wel veel bieden. Op uitzondering van de Women’s World Tour rijden we alle UCI-koersen in België. Nu heb ik eigenlijk zelfs meer zekerheid dat ik in principe al die wedstrijden ook effectief zal mogen rijden. Bij Sport Vlaanderen was het soms moeilijk om in de selectie te geraken of kwam ik uiteindelijk pas als eerste of tweede invalster aan de start. Pas op, ik deed dat altijd met veel plezier, maar nu krijg ik iets meer zekerheid over mijn programma en is het bijgevolg iets gemakkelijker om te focussen.”
Is er geen groot verschil qua voorbereiding, in de zin dat vroeger veel meer voor jou werd geregeld op vlak van stages en ploegtrainingen, terwijl je nu meer jezelf moet beredderen?
“Dat valt eigenlijk wel mee. Ik kan je bijvoorbeeld zeggen dat we met een wekelijkse ploegtraining soms zelfs meer samen op pad zijn dan in het verleden met Sport Vlaanderen. Een stage in het zuiden van Europa is in tegenstelling tot de voorbije jaren dan weer niet voorzien, maar dat mag je ook niet verwachten bij een clubteam. Enerzijds is dat een beetje jammer, anderzijds ben ik er niet zeker van of het echt een nadeel is. Nu kan ik zonder verplichtingen mijn eigen voorbereiding plannen.”
Je zou ook op eigen initiatief een tweetal weken naar Spanje kunnen trekken?
“Dat is niet zo evident. Tot eind januari heb ik nog examens. Zo’n stage is trouwens niet goedkoop en studeren kost ook al een pak geld. Als ik het geld had, zou ik het misschien wel doen, maar zeker in februari kan het weer hier ook al meevallen. Sowieso ben je door in België te blijven trainen beter aangepast aan de temperaturen die je in de eerste wedstrijden mag verwachten. Als je van het zuiden komt, moet je nog beter opletten om niet verkouden te worden. Je kunt het met andere woorden altijd positief bekijken.”
Je haalde zonet je studies aan. Hoever sta je daar mee?
“Ik zit nu in mijn derde jaar bachelor medical management. Het volgende semester wordt een stage, werken dus eigenlijk. Het zal even afwachten zijn in hoeverre dat te combineren valt met het koersen. In juni zal ik dan normaal gezien dat diploma op zak hebben. Zoals het er nu naar uitziet, zal ik er wel nog twee jaar bijdoen om mijn master te behalen. Koersen doe je nu eenmaal niet tot je veertigste, je kunt maar beter een zo hoog mogelijk diploma hebben om ook na je sportieve carrière je weg te vinden.”
Is het toch niet een beetje frustrerend? De voorbije drie seizoenen reed je voor een grotere ploeg, maar moest je veel investeren in je studies. Nu je daar al een heel stuk gevorderd bent, moet je op sportief vlak een stap terug zetten.
“Niet echt. In de eerste plaats ben ik mijn vorige ploeg dankbaar dat ik voorrang mocht geven aan mijn studies. Ik denk niet dat dit overal het geval is. Bovendien voel ik het ook niet zo aan dat ik nu een stap terug zet. Ik ben dubbel gemotiveerd om te laten zien wat ik kan. Er moet trouwens ook niet denigrerend worden gedaan over clubteams. Met een pak minder budget zorgen die toch voor een mooie omkadering.”
Met welke doelen start je straks aan het seizoen?
“Ik wil me toch wel proberen tonen in de UCI-koersen die we mogen rijden. Dan heb ik het niet meteen over een Omloop Het Nieuwsblad, waar echt wel een groot deel van de wereldtop aan de start staat. Gezien mijn studies en de examens in januari komt die wedstrijd bovendien toch wat te vroeg. De voorbije jaren hebben me geleerd dat ik vooral vanaf mei op dreef kom. Wedstrijden van de Lotto Cycling Cup zoals de Trofee Maarten Wynants en Dwars door de Westhoek worden in die periode gereden en bieden kansen.”
“Uiteraard is voor een clubteam als Autoglas Wetteren ook het nationale circuit belangrijk en dan zeker de Ladies Cycling Trophy Oost-Vlaanderen. Ik zou dit seizoen graag eens zo’n 1.15-wedstrijd winnen. Vorig seizoen was ik al eens derde, dat smaakt naar meer.”
Ben je straks gezien je verleden op een hoger niveau een van de kopvrouwen bij je ploeg?
“Ik denk niet dat dit bij een clubteam echt aan de orde is. Bij Sport Vlaanderen begon je met een vooraf bepaalde strategie aan de wedstrijd, doorgaans in functie van een of twee kopvrouwen. Als clubteam moet je in UCI-koersen in de eerste plaats proberen volgen en dan kijken wie goed genoeg is om ver mee te gaan. Ik hoop uiteraard dat ik zelf enkele mooie resultaten zal kunnen neerzetten, verder zie ik bijvoorbeeld ook Margot Dutour nog stappen zetten. En in het regionale circuit is het belangrijkste dat we zeker niet tegen elkaar rijden.”
Filip De Greef - Foto's Autoglas Wetteren/Julien De Bock/Paul Hinninck (archief)