Opinie - De maatregel die zijn doel voorbijschiet

Opinie - De maatregel die zijn doel voorbijschiet

Belgian Cycling wil het vrouwenwielrennen een boost geven, daarom werd enige tijd terug zelfs een commissie in het leven geroepen om ideeën uit te werken om dat te realiseren. Een uitstekend initiatief, maar er is toch nog ruimte voor verbetering.

Momenteel is in eigen land bijvoorbeeld de BeNe Ladies Tour aan de gang. Dat is een UCI-wedstrijd van het niveau 2.1 en de wegcommissie van Belgian Cycling besliste – eigenaardig genoeg zou dit zijn gebeurd zonder die commissie vrouwenwielrennen erbij te betrekken – dat organisatoren van dit soort wedstrijden de Belgische clubteams die interesse tonen om deel te nemen niet mogen weigeren. De zes clubteams voor dames die ons land momenteel telt, meldden zich ook allemaal aan. De organisatie, die de voorbije jaren altijd al de twee of drie sterkste Belgische clubteams liet deelnemen, moest hen dus een startbewijs afleveren, dit ten koste van heel wat geïnteresseerde sterke internationale ploegen met UCI-licentie.

Het doel van de maatregel is om het vrouwenwielrennen in België meer kansen op ontwikkeling te geven, maar of dit op deze manier zal lukken, is zeer de vraag. De Sprinters Malderen en Hoop op Zegen Beveren kwamen elk met vijf Belgische rensters aan de start op een totaal van zes en doen het op dat vlak dus goed. Keukens Redant is met drie op zes net geslaagd, Equano-Wase Zon en Autoglas Wetteren met twee Belgische meisjes en Isorex met één doen het vooral met buitenlandse rensters. Dan kan je moeilijk zeggen dat hun deelname in het belang is van het vrouwenwielrennen in België.

Bovendien blijkt dat de meeste rensters van die ploegen het niveau (nog) niet aankunnen. In de eerste rit in lijn in Merelbeke finishten van de zes genoemde ploegen samen twaalf rensters in het eerste peloton, welgeteld drie ervan hadden de Belgische nationaliteit. Loes Sels, Fien Delbaere en Jesse Vandenbulcke zijn dan ook rensters die al bij ploegen van een hoger niveau hebben gereden.

De volgende reeks Belgische rensters van deze ploegen finishte in een groep op bijna acht minuten, de rest werd wegens te grote achterstand uit koers genomen tijdens de plaatselijke ronden. En op dat vlak werd – zonder overleg met en al zeker niet op vraag van de organisatie – nog een rare beslissing genomen. Die rensters mochten een dag later gewoon opnieuw aan de start verschijnen. Wat onbegrijpelijk is in een rittenkoers, waar iedereen toch wordt verondersteld om elke rit te finishen om in de eindstand te kunnen worden opgenomen.

Dit laatste is weer een andere discussie, maar er mag hoe dan ook worden geconcludeerd dat de bovenaan dit stukje beschreven maatregel zijn doel eigenlijk voorbijschiet. Die rensters zullen echt niet beter worden door twee, drie of vier dagen te moeten strijden tegen enkele wereldtoppers waarbij ze bij elke kasseistrook, elke helling of elke serieuze versnelling moeten lossen. We vinden absoluut dat ook rensters van een minder hoog niveau hun hobby – want dat is het voor hen in tegenstelling tot een Marianne Vos, Lotte Kopecky of Jolien D’hoore – moeten kunnen uitoefenen, maar daar zijn naar onze mening andere wedstrijden voor. Door hen in een internationale topkoers als de BeNe Ladies Tour voor de leeuwen te gooien, bewijs je hen geen dienst.

Filip De Greef - Foto's Sportfoto.be

 

Trixi Worrack pakt tijdritzege in BeNe Ladies Tour, Vos als leidster naar slotrit

Trixi Worrack pakt tijdritzege in BeNe Ladies Tour, Vos als leidster naar slotrit

Wiebes houdt D'hoore in Sint-Laureins van ritwinst in BeNe Ladies Tour

Wiebes houdt D'hoore in Sint-Laureins van ritwinst in BeNe Ladies Tour